Toonladders studeren: zin of onzin?
Toonladders studeren, is dat zinvol? Wat is een toonladder? Waar zijn ze eigenlijk voor? Dit zijn vragen die regelmatig aan mij gesteld worden. Bijna iedereen heeft weleens van toonladders gehoord. Maar wat het zijn, wat het nut ervan is en of het slim is om ze te oefenen, is vaak helemaal niet duidelijk. Lees verder voor het antwoord op deze vragen!
Traditie
Het is lange tijd een traditie geweest: wanneer je een instrument leerde bespelen, dan moest je zo snel mogelijk met toonladders beginnen. Die werden er al vroeg ingestampt! Ongeacht of je enig benul had van waar je mee bezig was. Ook ik ben in die traditie opgegroeid. Heb ik er nut van gehad? Ja hoor, dat heb ik zeker wel. Leer ik mijn leerlingen ook zo snel mogelijk toonladders? Dat hangt van de leerling en zijn/haar wensen af, maar meestal niet heel snel.
Nuttig
Pas later, wanneer je zover bent dat je begrijpt dat je kunt begrijpen waar het om draait, ga ik toonladders uitleggen. Ik ben van mening dat je pas echt iets hebt aan toonladders studeren wanneer je er zelf ook het nut van inziet en begrijpt waar je het voor doet. Wanneer je begint met lessen, en je speelt een liedje dat bestaat uit 3 tonen, heeft het nog weinig nut.
Wat is een toonladder?
De definitie uit Wikipedia:
Een toonladder is een opeenvolging van in toonhoogte stijgende of dalende tonen, meestal bestaande uit de diatonische tonen van een octaaf. Een toonladder vormt het basismateriaal van een muziekstuk.
De vertaling naar “gewoon” Nederlands:
Een toonladder is een verzameling tonen (het basismateriaal) waar een muziekstuk uit is opgebouwd. Wanneer je deze tonen van laag naar hoog achter elkaar zet, heb je een (stijgende) toonladder.
Soorten toonladders
Er bestaan vele soorten toonladders. De meest gebruikelijke zijn de majeur en mineur toonladder. De mineur toonladder komt voor in verschillende vormen. Om het nu niet te ingewikkeld te maken, heb ik het in dit artikel alleen over majeur toonladder en de “zuiver” mineur toonladder. Dit zijn de meest voorkomende toonladders.
Waarom zou je een toonladder willen leren?
Omdat de toonladder het basismateriaal is waaruit een muziekstuk is opgebouwd, is het handig om de toonladder te studeren, die bij het stuk hoort wat je gaat studeren. Door met die toonladder bezig te zijn leer je o.a.:
-Welke noten je tegen kan gaan komen in het muziekstuk.
-Welke akkoorden je kunt verwachten.
-Verder is het goed voor het trainen van een goede vingerzetting en helpt het je om je techniek te verbeteren.
-Maar ook als je meer wilt weten over hoe het stuk in elkaar zit, is het nodig om kennis te hebben van toonladders.
-Wil je meer weten over hoe akkoorden in elkaar zitten en hoe akkoorden in een stuk gebruikt worden, is het ook belangrijk dat je toonladder kennis hebt.
De majeur toonladder
De C majeur toonladder is het gemakkelijkst uit te leggen bij een piano/keyboard. Deze toonladder bestaat namelijk alleen uit witte toetsen: C D E F G A B C
Wanneer je deze noten achter elkaar speelt, vind je het vast bekend klinken! Het zit meestal al in je hoofd, net alsof het een liedje is wat je onthouden hebt. En eigenlijk is dat ook zo! Nu zijn dit dus 8 tonen, en je hebt maar 5 vingers! Om de toonladder goed te spelen op een toetsinstrument gebruik je de volgende vingerzetting voor de rechterhand: 1,2,3,1,2,3,4,5 Na je middelvinger, zet je je duim onderdoor naar de F.
Afstanden
Als je kijkt naar het toetsenbord hierboven, zie je dat er tussen de meeste witte toetsen een zwarte zit, maar niet bij allemaal. Wanneer er tussen 2 witte toetsen een zwarte zit, noemen we dat een grote afstand. Het is een kleine afstand wanneer er tussen 2 witte toetsen géén zwarte toets zit. Ook de afstand tussen een witte toets en de zwarte die ernaast zit, noemen we klein. Bij de majeur toonladder van C zie je de volgende afstanden:
C naar D: groot
D naar E: groot
E naar F: klein (er zit géén zwarte tussen)
F naar G: groot
G naar A: groot
A naar B: groot
B naar C: klein (ook geen zwarte ertussen)
Deze afstanden tussen de tonen zorgen ervoor dat de majeur toonladder klinkt zoals hij klinkt. Wanneer je de toonladder op een andere toon wilt laten beginnen, moet je dus ook deze afstanden aanhouden.
Toonladder van G majeur
Dus: groot, groot, klein, groot, groot, groot, klein
Je komt dan uit op:
G naar A is groot
A naar B is groot
B naar C is klein
C naar D is groot
D naar E is groot
Van E naar F is klein! En dat moet een grote afstand zijn. Daarom verander je de F in de zwarte toets die rechts van de F zit; de Fis (F#)
Van F# naar G is dan weer klein, wat klopt!
Op deze manier kun je zelf iedere majeur toonladder uitrekenen!
De mineur toonladder
Iedere majeur toonladder heeft een mineur toonladder die uit precies dezelfde tonen bestaat. Dit noemen we ook wel de parallel toonladder. Je vindt deze toonladder op de 6e toon van de majeur toonladder. Bij C majeur hoort dus A mineur.
De toonladder van A mineur bestaat uit: A, B, C, D, E, F, G, A
Wanneer je deze toonladder op een toetsinstrument speelt heb je met de rechterhand ook weer dezelfde vingerzetting als bij C majeur. Wanneer je A mineur speelt, zal je ontdekken dat die heel anders klinkt, alsof het een ander “liedje” is. Dit komt doordat de afstanden tussen de tonen anders zijn, nl: groot, klein, groot, groot, klein, groot, groot.
Welke toonladder hoort bij dit muziekstuk?
Hoe kun je ontdekken welke toonladder er hoort bij het muziekstuk wat je speelt? De belangrijkste aanwijzingen zijn:
-De kruizen of mollen vooraan de notenbalk
-De slottoon
-Het slotakkoord
Wanneer je de toonladder van G wilt spelen; begin je op de G en eindig je op de G. De tonen daartussen moeten dezelfde afstanden hebben als de toonladder van C.
Wanneer er géén kruizen of mollen vooraan de notenbalk staan, komen er dus geen zwarte toetsen in het basismateriaal van het muziekstuk voor. Je hebt dan de keuze uit de toonladders C majeur of A mineur. Wanneer het muziekstuk eindigt op een C en een C akkoord, is het de toonladder C majeur die erbij hoort. Eindigt het stuk echter met een A en een A mineur akkoord, Dan weet je dat de toonladder van a mineur erbij hoort.
Wanneer er vooraan de notenbalk één kruis staat, is het dus G majeur of E mineur. Dat kun je dan weer zien aan de slottoon en het slotakkoord.
Natuurlijk valt er veel meer over toonladders te vertellen. Maar met deze basiskennis, kun je al veel dingen zelf ontdekken!
Veel studeerplezier!