Maak je eigen MuziekMemorie spel!

Het wordt al vroeg donker buiten, maar binnen is het gezellig en lekker warm: de ideale tijd om  binnen te knutselen en spelletjes te doen. Doe je mee?

 

Je kunt kiezen voor het spel waarbij iedereen mee kan doen (spel A) , of voor het spel (spel B) waarbij je moet kunnen lezen en je al wat moet weten over noten lezen. Ze allebei maken, mag natuurlijk ook! Je begint met beide spellen op de zelfde manier.

Je hebt nodig:

2 vellen A4, stevig papier (wit of gekleurd, wat je leuk vindt)
Potlood en gum
Schaar
Liniaal
Je muziekboek

We gaan 24 kaartjes maken. Ze moeten vierkant worden en precies even groot.
-Teken eerst de kaartjes op het papier: Maak in de lengte 2 lange lijnen op 7 cm afstand van beide zijkanten.  
 
 

Trek dan de lijnen in de breedte. Meet eerst weer 7 cm. van de bovenkant en trek dan steeds een lijn 7 cm lager.

Als het goed is heb je nu 12 vierkantjes getekend en is er aan de onderkant van het papier nog een smal strookje over. Doe hetzelfde op het andere blad.

– Knip de vierkantjes allemaal netjes uit.

Voor spel A:
– Teken steeds op 2 kaartjes precies hetzelfde (gebruik je muziekboek als voorbeeld):
een G-sleutel, een F-sleutel, een notenbalk, een maatstreep, herhalingstekens, een hele noot, een halve noot, een kwart noot, een halve noot met punt, driekwartsmaat, vierkwartsmaat, een slotstreep. Of iets anders uit je muziekboek.

Voor spel B:
-Teken op het ene kaartje iets uit je muziekboek en schrijf met letters op het andere kaartje wat je getekend hebt. Je tekent bv. op het ene kaartje een G-sleutel en op het andere kaartje schrijf je: G-sleutel. Zo doe je het ook met de andere kaartjes. Je kan dezelfde tekens gebruiken als bij spel A, of zelf iets anders verzinnen.
Als je het spel straks gaat spelen en je draait de getekende G-sleutel om, moet je dus weten hoe die heet om het bijpassende kaartje te kunnen vinden.

Het is handig als je de kaartjes in een doosje bewaart, dan blijven ze netjes. Dat kan je natuurlijk ook zelf maken. Of je neemt een ander doosje waar ze in passen; ik gebruik een oud cd-hoesje.

Zo, klaar om te spelen?
Leg alle kaartjes met de lege kant naar boven. Ga er in een kring omheen zitten. De jongste mag beginnen. Draai 2 kaartjes om zodat iedereen kan zien wat erop staat. Zeg hardop wat je op de kaartjes ziet. (Als je het niet goed weet, mag iemand je helpen). Zijn het 2 kaartjes die bij elkaar horen? Dan houd je die kaartjes apart en mag je nog een keer draaien. Horen de kaartjes niet bij elkaar? Dan is de volgende aan de beurt. Het spel is afgelopen als alle kaartjes “op” zijn. Degen die de meeste kaartjes heeft, is de winnaar!

Veel speelplezier!