Een goed begin is het halve werk!

 

Begin goed!

Hoe begin jij met het instuderen van een nieuw muziekstuk? Als je het doet zoals de meeste leerlingen, dan begin je het gelijk helemaal door  te spelen.  Om het vervolgens steeds weer van begin tot eind opnieuw te spelen, steeds een beetje beter. Wil je het sneller ingestudeerd hebben? Lees dan de volgende tips en maak voortaan een slimmere start!

 

Je bent nieuwsgierig!

Het is heel logisch dat je gelijk wilt horen hoe het stuk klinkt ( je bent er natuurlijk nieuwsgierig naar! ) en dat je het dus ook gelijk begint te spelen. Als je dat heel graag wilt is dat prima. Maar voordat je het serieus gaat studeren helpt het enorm om eerst te kijken hoe het stuk in elkaar zit; dat scheelt een hoop studeertijd!

Tips voor een slimme start

Aan de hand van onderstaand stukje, “Graceful Butterfly” door Hans Hartog, een aantal tips om het nieuwe liedje sneller in de vingers te krijgen! Hoewel deze tips in eerste instantie bedoeld zijn voor beginnende pianisten, zijn de tips grotendeels ook heel toepasbaar voor gevorderden en andere instrumentalisten.

1: Toonsoort en maatsoort

Kijk in welke toonsoort en maatsoort het staat. ( in het voorbeeld is dat C majeur en 4 kwartsmaat)

2. Opbouw

Kijk naar de globale opbouw van het liedje. In dit geval 8 maten A, 8 maten B, 4 maten A.
Dit geeft al een aanwijzing dat de laatste 4 maten waarschijnlijk in het eerste A gedeelte ook al voorkomen, misschien in een gevarieerde vorm.

3. Bereik

Kijk welke noten er staan voor de rechterhand: wat is de hoogste noot en wat de laagste: centrale c is de laagste en de g daarboven is de hoogste. Hieruit kun je opmaken dat je hand tijdens het liedje niet van positie verandert. Handig om dat vooraf al te weten! Wanneer blijkt dat je wel van positie verandert tijdens het liedje, kun je vast met een markeerstift of rood potlood aangeven waar dat is.

4. Opvallend

Welke noten staan er voor de linkerhand? In dit geval komen alleen de c en de g maar voor. Misschien valt het je ook op dat in het A gedeelte iedere maat begint met links een c en rechts een e! Probeer die linkerhand maar eens te spelen.

5. Herhalingen

Wanneer je goed het A gedeelte bekijkt zie je dat de eerste maat herhaald wordt in maat 3, maat 5 en 7. Ook in de onderste regel vind je diezelfde maat nog 2x. Dit betekent dus, dat als je de eerste maat goed kunt spelen, je er in feite al 6 kan spelen!! Goed om je dit te realiseren, want dat scheelt tijd en moeite! Speel die eerste maat met 2 handen net zolang totdat het vloeiend gaat en je heel goed weet hoe het moet klinken. Kun je de melodie (rechterhand partij) zingen?

Kijk je verder naar de 2e maat, dan zie je dat deze ook herhaald wordt in maat 6 en in de 2e maat van de onderste regel. Een snelle rekensom: 6x maat 1 + 3x maat 2 = 9 maten die je kunt spelen als je de eerste 2 kan spelen, dan ben je al bijna op de helft van het stukje! Tijd om de tweede maat oefenen. Lukt het? Dan speel je maat 1 en 2 achter elkaar.

6. Slotmaten

Dan nu de slotmaten van regel 1,2 en 5. Die van regel 1 heb je vast snel onder de knie. Die van regel 2 is iets lastiger, blijf deze net zolang spelen totdat die lukt. De slotmaat van regel 5 is een variatie hierop, en het helpt enorm als je ervan bewust bent dat het enige wat er anders aan is dat de noten e, d en c hier op de zelfde plaats staan als in de slotmaat van regel 2, dat alleen de g noot er als afwisseling tussen is geplaatst. 

7. B gedeelte

Kijk nu eens goed naar B gedeelte. Die twee regels zien er ook aardig hetzelfde uit! Alleen de laatste maat verschilt. Speel beide maten en hoor het verschil; de eerste slotmaat is een soort “open einde”, je hoort dat het nog verder gaat. Terwijl de tweede wel echt een einde van dat B gedeelte is. Onthoud dat de eerste op een e eindigt en de tweede op de c; de grondtoon van het liedje.

 

Sneller resultaat door een slimme start!

Wanneer je op bovenstaande manier nieuwe muziekstukken benadert, zal je merken dat je veel sneller resultaat hebt van je studeren. Dit komt doordat dit een veel intensievere manier van studeren is dan alleen het liedje maar steeds weer van begin tot het eind doorspelen. Daarbij weet je ook veel beter wat je nu eigenlijk aan het spelen bent en wordt het daardoor gemakkelijker om het uit je hoofd te leren.

Ben je op zoek naar nog meer tips om slimmer te studeren? Klik dan hier: lastige overgangen

 

Veel studeerplezier en een vliegende slimme start toegewenst!

2 antwoorden
  1. Koos Spee
    Koos Spee zegt:

    Aan de hand van dit stukje muziek is het zeer duidelijk uitgelegd. En iets om goed te onthouden. Ik begon vroeger altijd gelijk te spelen, maar nu ik de laatste jaren probeer om stukken uit m’n hoofd te leren is het des te belangrijker om te kijken hoe het stuk in elkaar zit en of er herhalingen in zitten.
    Het stuk van Yann Tiersen: Comptine d’unautre été (Amélie) bestaat uit 53 maten. De laatste maat bevat één akkoord voor de linkerhand en één akkoord voor de rechterhand. Makkelijk te onthouden. Bij de andere 52 maten zit veel van hetzelfde. Als je de eerste vier maten voor de linkerhand in je hoofd heb zitten kan je met links de andere 48 maten ook spelen.
    Voor de rechterhand hoef je maar 16 maten in te studeren, dan kan je alle 52 maten spelen. Alleen moet je de rechterhand vanaf maat 29 een octaaf hoger spelen. Makkelijk allemaal, nou nee! Het onthouden van het notenbeeld gaat wel, maar vlot spelen is een ander verhaal. Dat vereist heel wat oefening ondanks het ogenschijnlijke simpele notenbeeld.

    Beantwoorden

Plaats een Reactie

Meepraten?
Draag gerust bij!

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *