Syncope(n): Wanneer je al een poosje op je instrument bezig bent en je wilt een popnummer gaan spelen, kom je ze vrijwel zeker tegen. Maar wat is precies een syncope? En hoe kan ik dit dan het beste oefenen? In deze blog vind je antwoorden!

 

Wikipedia

Wat doe je als je iets wilt weten? Je zoekt het op, op internet! Als je zoekt op “Syncope”, kom je al snel terecht op Wikipedia. Daar vind je deze defenitie:

In de muziek spreekt men van een syncope wanneer een of meer tonen niet op de tel of puls vallen, waardoor een of meer normale accenten verlegd worden.
De syncope wordt in de muziek gebruikt om het accent te verleggen, om het accent op een andere dan de gebruikelijke / verwachte plaats aan te brengen. Vaak is dit de plek vlak voor het verwachte telaccent (anticiperende syncope), of vlak na de verwachte tel (ook wel echosyncope genoemd).

Is het zo voor iedereen duidelijk? Hmm…ik vrees van niet! Prima definitie hoor, maar wat is het nou eigenlijk? Ik zal het je uitleggen op een simpele manier.

 

Of in simpele woorden…

Een syncope is wanneer er geen toon klinkt op een plek in de maat waar je het wel verwacht.

 

Een voorbeeld

Je bent gewend dat de hele tellen in een vierkwartsmaat duidelijk hoorbaar zijn. Er is bijvoorbeeld sprake van een syncope, als er op een tel in de maat juist géén toon gespeeld wordt, maar wel een toon een halve tel eerder en/of een halve tel later.
Hieronder zie je een voorbeeld van syncopen met de telling eronder. Beide maten klinken hetzelfde.

 

 

De bladmuziek

Ik had deze week een leerling op les die Ebony and Ivory van Paul McCartney en Stevie Wonder aan het studeren was. Deze hit uit 1982 staat helemaal bol van de syncopen!
Als je wilt weten hoe het eruit ziet: Google dan even 😉 Je ziet de eerste bladzijde als voorbeeld, in onderstaande link:

Ebony and Ivory

Studeer tips

Je hebt waarschijnlijk wel in de gaten dat het tellen van zo’n stuk met al die syncopen best lastig is. Hoe studeer je dat dan?

 

1. Tellen

Zoek uit hoe je het moet tellen en schrijf het erbij. Dat zou ik niet gelijk voor het hele stuk doen, maar de eerste paar regels. Ga dat langzaam studeren en tel er bij voorkeur hardop bij! Wanneer je de eerste paar regels goed in de vingers hebt, is het misschien niet meer nodig om nog verder alles erbij te schrijven. Bovendien worden er vaak gedeelten herhaald, dus let daarop. Maar is het wel nodig om de telling er verder ook nog bij te schrijven, dan doe je dat.

 

2. Luisteren

Je kent het stuk en kan de melodie waarschijnlijk wel meezingen. Maar waarschijnlijk niet goed genoeg om het ritmisch precies kloppend te krijgen wanneer je de muziek er niet bij hoort. Maak gebruik van het feit dat je de melodie kent door de volgende dingen te doen:
Luister naar het stuk terwijl je de bladmuziek meeleest. Klap de hele tellen terwijl je de melodie meezingt. Lukt dat goed, dan kan je het moeilijker maken. Klap de tellen terwijl je het zingt, zonder dat je het origineel hoort. Let op: je klapt dus op tel 1, 2, 3, en 4 en dat is niet tegelijk met hoe je de melodie zingt!

 

3. Nog iets moeilijker

Wanneer het zingen met klappen in de maat goed gaat, kun je de melodie gaan proberen te spelen. Gebruik hierbij een metronoom of een style op je keyboard zodat je goed hoort of het klopt wat je doet. Met je hand op je been de hele tellen laten horen is nog beter (en moeilijker).

Oefen beide manieren: met tellen erbij schrijven en op je gehoor. Op die manier ga je steeds beter begrijpen en aanvoelen hoe je het moet spelen.

 

Veel studeerplezier!

 

Wat is een toonladder?

Een toonladder is een reeks noten die op een rij zijn gezet van laag naar hoog of hoog naar laag. Zo’n verzameling noten is de basis waar een muziekstuk van is gemaakt. De majeur en de mineur toonladders zijn toonladders die uit 7 verschillende noten bestaan. De achtste noot is weer dezelfde als de eerste.

Voorbeeld, de toonladder van C majeur:
C D E F G A B C

Voorbeeld de toonladder van A mineur:
A B C D E F G A

Wat is een akkoord?

Een akkoord is een samenklank van minimaal 3 tonen. Deze tonen moeten dus tegelijk klinken of zo vlak na elkaar dat je het als een samenklank ervaart. Dit dus in tegenstelling tot een toonladder waarvan je juist de tonen ná elkaar speelt.

Voorbeeld akkoord C majeur: C E G, dit zijn dus de eerste, derde en vijfde toon van de toonladder van C

Voorbeeld A mineur akkoord: A C E, dit zijn dus de eerste, derde en vijfde toon van de toonladder van A mineur.

Wat is het verschil tussen Majeur en Mineur?

Majeur betekent: groot. Mineur betekent: klein. Dit “groot” en “klein” heeft betrekking op de afstand tussen de eerste en de derde toon. Zowel de eerste als de derde toon zitten in de toonladder èn in het akkoord.

Bij de C majeur toonladder en het C majeur akkoord gaat het om de afstand tussen de C en de E. Als je deze tonen opzoekt op de piano of het keyboard, zie je dat er 1 witte toets tussen die C en E zit, en 2 zwarte toetsen.

Bij De A mineur toonladder en het A mineur akkoord gaat het om de afstand tussen de A en de C. Ook hier zit 1 witte toets tussen. Maar in tegenstelling tot C majeur zit er maar 1 zwarte toets tussen. Dat betekent dat de afstand tussen A en C kleiner is dan tussen C en E.

Dus :  Majeur ( groot), heeft 3 toetsen tussen de eerste en de derde toon, en Mineur (klein) heeft 2 toetsen tussen de eerste en de derde toon.

 

Waar staan de akkoorden?

Wanneer je bij een muziekstuk boven de maten hoofdletters ziet staan, zijn dit meestal de akkoorden. Soms worden de akkoorden onder de maten genoteerd. Daar heb ik zelf een grote hekel aan. Want als je gewend bent aan akkoorden erboven, raak je steeds in de war wanneer ze er een keer onder staan.

Hoe noteer je een majeur of mineur akkoord?

Een majeur akkoord wordt aangeven d.m.v. een hoofdletter. Dus staat er boven de maat C, dan gaat het om een C majeur akkoord. Staat er G, dan gaat het om een G majeur akkoord, enz. Een mineur akkoord wordt aangegeven met een hoofdletter en een m. Dus Cm, Am, Dm enz. Vooral in klassieke muziek wordt er ook nog wel gebruik gemaakt van een kleine letter wanneer ze een mineur akkoord bedoelen. Gelukkig kom ik de laatste tijd steeds minder vaak afwijkende notaties tegen. Het lijkt steeds meer standaard te worden om een hoofdletter voor majeur en de letter m erachter voor mineur te gebruiken. Wel zo duidelijk!

Wat houdt toonsoort ook alweer in?

Als laatste nog even over het begrip: toonsoort. Want ook bij toonsoorten wordt gesproken over Majeur en Mineur. Met toonsoort wordt bedoeld de notenvoorraad waar het muziekstuk mee gemaakt is. Eigenlijk komt het op hetzelfde neer als de toonladder. Alleen de toonladder moet je zien als een manier om de notenvoorraad van de toonsoort te kunnen spelen; overzichtelijk op een rij van laag naar hoog of hoog naar laag.

Conclusie

In het kort:

  • Toonsoort is de notenvoorraad waaruit een muziekstuk is opgebouwd.
  • Wanneer je deze notenvoorraad op een rijtje zet heb je een toonladder.
  • Majeur en Mineur toonladders bestaan uit 7 tonen en deze speel je na elkaar.
  • Een akkoord bestaat uit minimaal 3 tonen. Deze tonen klinken tegelijkertijd.
  • Majeur betekent Groot en Mineur betekent klein. Dit slaat op de afstand tussen de eerste en de derde toon, bij Majeur 3 toetsen tussen de eerste en de derde toets, bij mineur 2 toetsen tussen de eerste en de derde toets. Dit geldt voor toonsoorten, toonladders en akkoorden.

Wil je meer weten over toonladders en akkoorden?

In onderstaande blogs ga ik dieper in op toonladders, toonsoorten en akkoorden:

Toonladders studeren: zin of onzin?
Akkoorden spelen op de piano: zo doe je dat. Deel 1
Akkoorden spelen op de piano: zo doe je dat. Deel 2 omkeringen
Akkoorden spelen op de piano: zo doe je dat! Deel 3: 5 voorbeelden
De Kwintencirkel: een handig hulpmiddel! Deel 1
De Kwintencirkel deel 2, de mollen toonladders

Veel studeerplezier!

 

“Het tempo bepalen van een stuk, hoe doe je dat?” In dit artikel ga ik in op deze vraag van een leerling. Soms staat er boven het muziekstuk wat je moet spelen een aanwijzing over het tempo van het stuk. Maar niet altijd. Hoe bepaal je het tempo van een stuk bovendien op zo’n manier dat het zo mooi mogelijk klinkt? Hieronder 5  tips!

 

Tip 1: Staat er een tempo aanduiding boven?

Wanneer je een kwartnoot met een getal erbij ziet staan, dan is dat een aanwijzing voor het tempo. Het geeft aan het aantal kwartnoten per minuut. Hoe hoger het getal, hoe sneller het tempo. Wanneer je een andere noot ziet staan, b.v een halve noot met een getal ernaast, betekent dat het aantal halve noten per minuut.

Maar hoe werkt dat dan?

“Ja”, denk je waarschijnlijk, “dat is leuk om te weten. Maar hoe kom ik er nu achter hoe snel of langzaam dat nu eigenlijk is?” Heb je een keyboard? Dan is het gemakkelijk. Kies een style uit die past bij de maatsoort van het muziekstuk (bv. een 8 beat bij een vierkwartsmaat of een wals bij een 3 kwartsmaat) en stel het tempo in op het getal wat staat bovenaan het stuk. Druk op de start knop en je hoort hoe snel het gaat. Heb je geen keyboard? Dan is het handig om een metronoom te hebben. Dat is zo’n apparaat wat gaat tikken en / of piepen op de maat als je het aanzet. Ook hierop kun je het tempo instellen. Er zijn tegenwoordig ook heel handige metronoom-apps te downloaden op je telefoon. Die zijn vaak zelf gratis!

 

Tip 2: zie het als een richtlijn

Zie het tempo wat bij het stuk vermeld staat als een richtlijn, niet als een verplichting! Wanneer je in een orkest speelt ligt dat wat moeilijker, maar als je alleen speelt of in een klein groepje, moet je zelf bepalen of het aangegeven tempo voor jou ook het juiste is. Je kunt het wel in een heel snel tempo willen spelen, maar als het daardoor slordig klinkt, je fouten gaat maken en je ongemakkelijk voelt, zou ik dat gewoon niet doen.

 

Tip 3: denk aan het moeilijkste gedeelte van het stuk

Bepaal het tempo waar je mee begint door aan het moeilijkste gedeelte van het stuk te denken. Het moeilijkste gedeelte wil je waarschijnlijk het liefst wat langzamer spelen dan de gedeeltes die je niet moeilijk vind. Helaas is dat meestal niet de bedoeling. Bedenk dus voordat je begint met spelen op welk tempo je het moeilijkste gedeelte nog goed kunt spelen. Neem dat als begin tempo en je komt keurig aan het eind!

 

Tip 4: zoek op internet

Wanneer er geen tempo bij staat geschreven kun je op internet zoeken naar een uitvoering van het stuk. Het liefst zelfs verschillende uitvoeringen. Want dan kun je de verschillen horen en bepalen wat jij het mooiste tempo vindt. Dit betekent natuurlijk niet dat je het dan ook gelijk op dat tempo moet gaan spelen (zie tip 2) maar dan weet je waar je naartoe wilt werken.

 

Tip 5: let op de stijl

Kun je geen uitvoeringen ervan vinden en staat er ook geen tempo aanduiding bij? Dan is het handig om naar de stijl van het stuk te kijken. Is het dansmuziek? Probeer er dan achter te komen hoe er op gedanst wordt en hoe snel. Is het een blues? Dan mag het meestal rustig gespeeld worden. Maar is het een Bluesschema in Rock & Roll stijl? Dan klinkt het vast beter in een lekker vlot tempo! Wanneer je een keyboard hebt, kun je als indicatie ook kijken naar het standaard tempo van de style die bij het stuk past. Je ziet dan ook al dat bv. een Engelse wals een stuk lager tempo heeft dan een Weense wals.

 

Veel studeerplezier!