De kwintencirkel is een handig hulpmiddel om erachter te komen hoeveel en welke kruizen of mollen er in een toonladder/toonsoort zitten. Deze keer behandel ik de binnenkant van de kwintencirkel, waar de toonladders met de mollen staan.

 

Wanneer je naar de afbeelding hieronder van de kwintencirkel kijkt, valt je wellicht op dat er in de binnenkant letters staan met 2 mollen erbij. Laat je hierdoor niet afschrikken, want daar zal je weinig tot nooit mee te maken krijgen. Het ziet er ook nog eens indrukwekkender uit dan het ingewikkeld is 😉 Maar laten we maar eens kijken hoe het werkt!

 

Tegen de klok in

De kruizen toonladders staan aan de buitenkant. En steeds als je met de klok mee een plekje verder gaat, komt er een kruis bij. (zie voor uitgebreide uitleg: )

De toonladder die mollen hebben, vind je aan de binnenkant van de kwintencirkel. Je begint weer bovenaan met de toonladder van C die géén kruizen of mollen heeft. Het rode pijltje geeft al aan dat je aan de binnenkant van de cirkel tegen de klok in moet bewegen om naar de toonladder te gaan die 1 mol heeft: F. De F is een kwint lager dan de C. Dus waar je bij de kruizentoonladders steeds een kwint omhoog gaat om bij de volgende te komen, ga je bij de mollen toonladders steeds kwint omlaag!

 

Kwint omlaag

Wanneer je binnen de toonladder van F weer een kwint (5) omlaag gaat, kom je uit op de Bb. Er zit immers geen B maar een Bb in de toonladder van F. De toonladder van Bb heeft dus 2 mollen. Wanneer je in de toonladder van Bb weer een kwint naar beneden gaat, kom je op de Eb, enz.

 

Welke mollen?

Net zoals je de volgorde van de kruizen in de kwintencirkel vinden kunt, kan je ook de mollen vinden. De eerste mol is altijd de Bb, de 2e is altijd de Eb, de 3e de Ab, enz. Ook weer tegen de klok in kijken dus!

 

Is het je opgevallen?

Wat aan de buitenkant staat is steeds dezelfde toets als aan de binnenkant! Een F is immers hetzelfde als een verhoogde E: E#, een Bb is hetzelfde als een A#, enz.

Dat is ook de reden dat je van de kruizentoonladders het meeste de toonladders t/m 6 kruizen zult gebruiken, en van de mollen toonladders die t/m 6 mollen. Want als je mag kiezen tussen een toonladder van F, met 1 mol, of die van E#, met 11 kruizen, dan denk ik dat je F kiest! (Zou ik in ieder geval wel doen…). Of als je mag kiezen tussen de toonladders van D met 2 kruizen, of Ebb met 10 mollen? Ik zou het niet moeilijker maken dan nodig….

 

Om te oefenen:

Neem een willekeurige toon en kijk hoeveel kruizen of mollen erin zitten als je op die toon een toonladder maakt.

Kijk ook welke kruizen of mollen erin zitten.

Probeer de toonladder te spelen

Herhaal het voorgaande op andere tonen

Vind je het te moeilijk? Begrijp je iets niet? Wil je iets anders weten? Vertel het me! Ik hoor graag hoe ik je verder kan helpen!

 

Veel studeerplezier!

Deel 1 : toonladders met kruizen

De kwintencirkel, heb je er wel eens van gehoord? Het is een hulpmiddel om snel te weten te komen hoeveel kruizen of mollen er in een toonladder/ toonsoort zitten. Maar je kunt er nog meer informatie uit halen!

 

Voor wie is dit interessant ?

  • Muzikanten die meer willen weten over toonladders en toonsoorten
  • Muzikanten die beter willen begrijpen hoe het werkt met kruizen en mollen
  • Iedereen die het leuk vindt om meer te weten over muziektheorie en hoe logisch dat in elkaar zit

 

Wat je eerst moet weten

Wanneer je nog erg weinig weet over toonladders, raad ik je aan om eerst deze blog te lezen

https://muziekstudio-legato.nl/toonladders-studeren-zin-onzin/

Wanneer je eerst nog wat basisinformatie over kruizen en mollen wilt lezen:

https://muziekstudio-legato.nl/kruizen-en-mollen-hoe-zit-dat-nou/

 

Kruizen en mollen

Aan het einde van mijn blog https://muziekstudio-legato.nl/toonladders-studeren-zin-onzin/ kun je lezen dat je kunt ontdekken welke toonladder er bij een stuk hoort door te kijken naar de kruizen of mollen die vooraan de notenbalk staan, en naar de slottoon of het slotakkoord.

Stel dat er 4 kruizen vooraan de notenbalk staan, en je hebt geen idee welke toonladder er 4 kruizen heeft, hoe kom je daar dan achter? Je kunt kijken wat het slotakkoord is en dan daar de toonladder bij uit gaan rekenen en kijken of die inderdaad 4 kruizen heeft. Maar er is een snellere manier!

 

De buitenkant van de Kwintencirkel

Door de kwintencirkel te gebruiken, kun je het in één oogopslag zien! Ik zal uitleggen hoe het werkt.

 

De kwintencirkel heeft een indeling als de wijzerplaat van een klok, een cirkel die in 12 gelijke delen is verdeeld. Bovenaan staat de C op de 12. Met de klok mee aan de buitenkant zie je op de 1 G staan, op de 2 D, op de 3 A, op de 4 E, enz. Het getal waar de letter bij staat, geeft aan hoeveel kruizen er in die toonladder zitten. Dus de majeur toonladder van E heeft 4 kruizen.

 

Steeds een kwint omhoog

De kwintencirkel heeft zijn naam te danken aan de afstanden tussen de toonladders. Een kwint omhoog is een kruis erbij. Het werkt zo:

Wanneer je vanaf de C 5 tonen ( dat is een kwint) omhoog gaat, kom je terecht op de G. De toonladder van G heeft 1 kruis. Wanneer je de 5e toon van de toonladder van G opzoekt, kom je op de D. De toonladder van D heeft 2 kruizen. Wanneer je de 5e toon van de toonladder van D opzoekt, kom je uit op de A. Je raadt het al, deze heeft 3 kruizen. Steeds wanneer je een kwint omhoog gaat, komt er een kruis bij.

 

Vaste volgorde

Wellicht vraag je jezelf nu af welke kruizen dat dan zijn. Ook dat kun je zien in de kwintencirkel! Kruizen verschijnen altijd in dezelfde volgorde als ze vooraan de notenbalk staan. De allereerste is de F#. Wanneer een toonladder 2 kuizen heeft, zijn het de F# en de C#. Wanneer een toonladder 3 kruizen heeft zijn het de F#, de C # en de G#. Heb je ze al ontdekt in de kwintencirkel? Toonladders met meer dan 6 kruizen zul je waarschijnlijk niet vaak tegenkomen. Maar de linkerkant buitenkant van de kwintencirkel is evengoed handig om de volgorde van de kruizen te weten te komen!

 

Volgende week deel 2

De kwintencirkel is zo nog niet compleet. In de volgende blog ga ik uitleggen hoe je de kwintencirkel kunt gebruiken om te kijken welke toonladder er bij een stuk hoort als er mollen vooraan de notenbalk staan. En ik vertel je hoe hem gemakkelijk en snel zelf kunt tekenen!

 

Uitproberen

Je weet nu hoe het werkt! Zoek een aantal muziekstukken op met kruizen vooraan de notenbalk en doe de test. Weet je welke toonladder erbij hoort? En weet je ook welke kruizen er in zitten? Ik ben benieuwd!

 

Veel studeerplezier!

 

 

 

 

In de vorige blog vertelde ik over veel voorkomende Italiaanse muziektermen die te maken hadden met het tempo en articulatie of speelmanier. Vandaag gaat het over Italiaanse muziektermen die je meer vertellen over de dynamiek; of je iets hard of zacht moet spelen.

 

Hard en snel betekenen niet hetzelfde!

Wanneer er bij een stuk staat dat je iets hard (luid) moet spelen, zal je waarschijnlijk ook de neiging hebben om het sneller te gaan spelen. Dit komt doordat je met meer kracht bijna vanzelf meer snelheid ontwikkeld. Let dus op dat je het tempo niet gaat versnellen wanneer je harder gaat spelen! Andersom gaat het ook op: wanneer je zachter gaat spelen, ga je bijna vanzelf langzamer spelen. Houd je tempo dus goed in de gaten!

 

Van heel zacht naar heel hard

Voor het aangeven van het gewenste volume wordt in de bladmuziek veel gebruik gemaakt van afkortingen. Daarom begin ik steeds met de afkorting, dan de volledige benaming en tot slot de betekenis van de Italiaanse muziektermen.

pp = pianissimo= heel zacht
p = piano = zacht
mp = mezzo piano = matig zacht
mf = mezzo forte = matig sterk / hard
f = forte = sterk /hard
ff = fortissimo = heel sterk

 

Meer en minder

Wellicht is het je opgevallen:
-Een dubbele letter bij de afkorting, versterkt het effect (pp is heel zacht en ff is heel hard) en er wordt dan “issimo” achter het woord gezet.
-“Mezzo” vermindert juist het effect (mp is minder zacht dan p, mf is minder hard dan f)

 

Crescendo

Crescendo betekent dat je steeds harder moet gaan spelen (niet sneller!). Je zult het vaak inde afgekorte vorm tegenkomen: cresc. In plaats van het woord, wordt ook het teken vaak gebruikt. Het teken wordt onder (soms boven) de noten geplaatst die je steeds harder moet gaan spelen. Zie de afbeelding.

Afbeelding 1: crescendo

 

Vaak zie je ervoor staan: p of pp en erna hoe hard je uiteindelijk moet eindigen, dus bv. mf of f of ff

 

Decrescendo of diminuendo

Decrescendo, wordt vaak afgekort tot decresc. Diminuendo betekent hetzelfde, nl: zachter worden en wordt vaak afgekort tot dim. Het teken ziet eruit als een omgekeerd crescendo teken. Zie de afbeelding.

 

Afbeelding 2: decrescendo, maar ook ritenuto, pp en fermate!

Poco

Poco betekent weinig of een beetje. Het wordt vaak gebruikt in combinatie met crescendo of diminuendo, maar ook met ritenuto (vertragen) of accelerando (versnellen).
BV: Poco a poco crescendo

 

Piú

Piú betekent (steeds) meer. Ook dit woord wordt gebruikt in combinatie met bv. 1 van de bovenstaande termen of met die uit mijn vorige blog.

 

Fermate

De meest voorkomende Italiaanse muziektermen heb ik denk ik nu besproken, al bedenk ik me nu dat ik er 1 niet heb genoemd die eigenlijk meer bij de vorige blog thuishoorde: de Fermate. Deze staat ook in afbeelding 2 hierboven en in afbeelding 3 hieronder. De fermate wordt genoteerd als de bovenste helft van een cirkel met een puntje eronder. Het betekent dat je de noot waar de fermate boven staat, net zoveel langer mag aanhouden als je zelf mooi vindt. Tenzij je in een orkest speelt, dan bepaalt de dirigent hoe lang de noot duurt. Als iedereen in het orkest het zelf gaat bepalen, wordt het een zooitje!

Afbeelding 3: Piú Lento met crescendo, decrescendo, ritenuto en diminuendo naar pianissimo!

Veel studeerplezier!

Wanneer je van bladmuziek wilt (leren) spelen, is het niet genoeg om de noten te kunnen lezen. Tenminste, als je het goed wilt doen. Vaak staan er allerlei tekens en woorden bij de noten. Wanneer je niet weet wat die betekenen, mis je een hoop informatie over hoe je het stuk moet spelen. Hoogste tijd dus om te weten te komen wat het allemaal betekent!

 

Italiaanse muziektermen

Wanneer je “Slow” boven het stuk ziet staan wat je gaat spelen, begrijp je vast wel dat je het stuk langzaam moet spelen. Maar helaas zal je dat niet zo vaak tegenkomen. In de muziek wordt voornamelijk gebruik gemaakt van het Italiaanse muziektermen als het gaat om aanwijzingen hoe je de muziek moet spelen. Is jouw Italiaans goed genoeg om je bladmuziek te begrijpen? Na het lezen van deze en de volgende blog waarschijnlijk wel! Heb je moeite met het onthouden van deze termen? Een spiekbriefje maken mag!! 😉

 

Tempo aanduidingen

Wat je vaak als eerste tegenkomt is een tempo aanduiding, dus een aanwijzing hoe snel je het stuk moet spelen. Dat je dit vaak als eerste tegenkomt, ligt aan het feit dat dit meestal direct boven het begin van het stuk staat. Wanneer ergens in het stuk het tempo verandert, kan je het ook daar tegenkomen. De meest voorkomende zet ik voor je op een rij van langzaam naar steeds sneller:

Largo: langzaam (40 tot 60 bpm)
Andante: rustig tempo, redelijk langzaam (60-80 bpm)
Moderato: matig tempo (100-120 bpm)
Allegro: snel (120-140 bpm)
Presto: zeer snel (140-160 bpm)

 

Metronoom cijfers

Je kunt je natuurlijk afvragen hoe snel is Allegro, of hoe langzaam is Largo precies? De bovengenoemde termen geven een indicatie aan. De cijfers die achter de tempoaanduiding staan geven globaal aan hoe snel het ongeveer zou moeten. Dit noemen wel metronoom cijfers of BPM, een afkorting van: beats per minuut. Dit is ook het getal wat je in kunt stellen bij het tempo van je begeleiding op het keyboard /digitale piano of op je metronoom. Bij sommige stukken staat het exacte metronoom cijfer erbij. Je ziet dan boven een stuk bv. een kwartnoot staan met ernaast een = en een getal.

Kwartnoot = 120 betekent dat er 120 kwartnoten in een minuut zitten. Stel je keyboard of metronoom op dat getal in en je kunt horen hoe snel je het moet spelen.

Ritenuto en Rallentando

Ritenuto en rallentando betekenen allebei : vertragen. Vaak kom je in de bladmuziek niet het hele woord tegen, maar de afkorting: rit. De puntjes ernaast worden wel eens gebruikt om het gedeelte aan te geven tot waar er vertraagd moet worden.

 

Accelerando en A tempo

Accelerando betekent: versnellen. Na Ritenuto, Rallentando of Accelerando staat er A tempo wanneer je weer in het originele tempo verder moet spelen.

 

Speelmanieren

Staccato

Staccato betekent dat je de noot kort moet spelen. Je kunt staccato op verschillende manieren vermeld zien staan bij een stuk. Vaak wordt het aangegeven d.m.v. puntjes die onder de noot staan ( wanneer de stok van de noot omhoog staat) of boven de noot (wanneer de stok van de noot omlaag staat). Verwar deze staccato puntjes niet met een punt die naast een noot staat. Een punt naast een noot geeft juist aan dat de noot de helft langer wordt!
Ook zie je wel eens Sempre Staccato staan bij een muziekstuk. Dit betekent dat je vanaf dat moment het hele stuk verder staccato moet spelen.

 

Legato

Legato betekent: gebonden spelen. Je moet er dan voor zorgen dat er geen stilte tussen de noten zit maar dat de noten mooi op elkaar aansluiten. Dit wordt genoteerd met bogen onder of boven de noten ( dit hangt weer af van waar de meeste ruimte is ). Met legato kun je goed laten horen hoe een muzikale zin loopt. De zin die met de boog wordt aangegeven, speel je mooi aan elkaar. Wanneer er een nieuwe boog begint, laat je juist een opening horen. Net alsof je ademhaalt tussen de 2 bogen in, zoals ook iemand die zingt of een iemand die een blaasinstrument bespeelt zou doen. Let wel op: er bestaat nog een andere boog die er precies hetzelfde uitziet maar niet het zelfde betekent. Wanneer je een boog ziet die de ene noot met de volgende verbindt en het zijn noten van dezelfde toonhoogte, dan tel je de notenwaarden van die 2 noten bij elkaar op en speel je het als 1 noot.
Wanneer er Sempre Legato bij een stuk staat, moet je het hele stuk weer legato spelen.

 

Portato

Portato zit tussen staccato en legato in. Je speelt de noten dan los van elkaar, maar niet kort. Portato wordt aangeduid met streepjes boven of onder de noten.

 

Accenten

Een accent wordt aangegeven d.m.v. een accent teken ( > ) boven of onder een noot. Je speelt de noot dan iets harder zodat deze wat meer de nadruk krijgt.

 

In de volgende blog ga ik verder met de uitleg van termen en tekens die met het volume te maken hebben.

 

Veel studeerplezier!

Herhalingstekens in een muziekstuk worden niet altijd gewaardeerd. Gisteren had ik een leerling op les die niet aan een bepaald stuk was begonnen omdat ze moedeloos werd van de herhalingstekens die erin staan. Zij is zeker niet de enige. Ik hoor regelmatig een diepe zucht wanneer een leerling met veel herhalingstekens geconfronteerd wordt. “Jeetje, het lijkt wel een speurtocht!” Heb ik ook weleens gehoord. En inderdaad, het is niet altijd even gemakkelijk te volgen. Ik hoop dat je met de tips in dit artikel er beter mee om leert gaan.

 

Waarom herhalingstekens

In veel muziek worden gedeelten herhaald. Zo’n gedeelte opnieuw opschrijven, zonder herhalingstekens te gebruiken kan, maar dat heeft ook nadelen:
Het kost meer papier.
Het is niet handig als je veel keer moet omslaan tijdens een stuk.
Het speelt moeilijker.

 

 

Hoezo moeilijker zonder herhalingstekens?

Dat laatste heeft enige toelichting nodig. Want waarom zou het met herhalingstekens gemakkelijker zijn? Misschien heb je het zelf weleens ondervonden. Een aantal maten die je aan het begin van een stuk goed kan spelen. Diezelfde maten komen later in het stuk nog een keer terug. Maar het staat op een andere bladzijde en op een andere regel. Ineens lijkt het een stuk moeilijker! Herkenbaar? Je bent zeker niet de enige, ik kom dat in mijn lespraktijk vaak tegen. Hetzelfde stukje, in een andere visuele context, brengt je hersenen toch een beetje in verwarring! Daarom is een herhalingsteken in zo’n geval gemakkelijker, het ziet er dan precies hetzelfde uit en het staat op dezelfde plek. En je hoeft je aantekeningen maar op 1 plek erbij te zetten. Scheelt weer werk. ?

 

 

Veel gebruikte herhalingstekens

Voordat ik aan de tips ga beginnen, geef ik je eerst nog even een lijstje met de meest voorkomende herhalingstekens.
Dubbele maatstreep met dubbele punt: Wat tussen de dubbele strepen met dubbele punt staat, speel je 2x. Wanneer er een haakje boven staat met een 1, speel je dat alleen de 1e keer. De tweede keer sla je haakje 1 over en ga je gelijk door naar de maten waar haakje 2 boven staat

 

 

Da Capo – afgekort tot D.C. – weer spelen vanaf het begin van het stuk ( Capo = Hoofd )
Segno:                     – letterlijk vertaalt : Teken

Dal Segno – afgekort tot D.S.- weer spelen vanaf het Segno
al – betekent : tot
Da of Dal – betekent vanaf
Dal Segno al Fine – speel vanaf het teken tot aan Fine ( einde )

Coda – letterlijke betekenis : staart.

Hiermee wordt het slotgedeelte van een muziekstuk aangegeven. Er staat dan ergens in het muziekstuk een klein Coda teken. Vanaf dat kleine Coda teken ga je direct naar het grote Coda teken aan het einde van het stuk.

 

 

Italiaans

Zoals je misschien al in de gaten hebt zijn bovenstaande muziektermen uit het Italiaans overgenomen, zoals bij zoveel muziektermen het geval is.
Ik las trouwens ergens dat je Coda uit hoort te spreken als “soda”. Maar als je tegen een collega muzikant het over “soda” hebt, kijkt hij of zij je een beetje verbaasd aan. Iedereen spreekt het uit als “koda”.

 

 

Tips

1. Kijk voordat je met stuk gaat beginnen eerst hoe de volgorde precies is.
2. Gebruik markeerstiften met verschillende kleuren om op te laten vallen ván waar, náar waar je toe moet.
3. Oefen vanaf het begin het stuk steeds in de juiste volgorde. Wanneer je denkt: “de volgorde komt later wel” zal je er veel meer moeite mee blijven houden.

Het is inderdaad soms net een speurtocht, maar zoals meestal: als je de puzzel eenmaal hebt opgelost, lijkt ie ineens niet meer zo moeilijk!

 

Veel studeerplezier!

Voel je je thuis op je piano of keyboard? Of heb je het gevoel dat je de weg kwijtraakt wanneer je niet in het midden van je instrument moet spelen? En heb je ook moeite met het benoemen van de toetsen? Dan ben je zeker niet de enige! Maar eigenlijk is het helemaal niet zo moeilijk en heb je het met deze oefeningen zo geleerd!

 

In het midden van je instrument.

Als beginner gebruik je vaak vooral de toetsen in het middelste gedeelte van je instrument, zo rond de centrale C. Dit is zeker het geval wanneer je pas bezig bent met het leren van het notenschrift. Veel methodes blijven vrij lang rond die centrale C hangen. Dat is op zich prima. Maar ik heb wel gemerkt dat dit bij veel leerlingen tot gevolg heeft dat ze zich alleen in dat gedeelte ook “thuis” voelen op hun instrument. Dat is jammer en helemaal niet nodig! Ik zal je hier een paar tips en oefeningen geven die je helpen inzien dat het eigenlijk helemaal niet zo moeilijk is!

 

Toetsen herkennen, tips en oefeningen:

1. Herken de plek

Er zijn eigenlijk maar 7 verschillende witte toetsen: C, D, E, F, G, A, B. Je kunt deze toetsen herkennen aan de plek die ze hebben ten opzichte van de zwarte toetsen. De zwarte toetsen zijn gegroepeerd in groepjes van 2 en van 3.

 

 

-De C zit links van het groepje van 2. Dus links naast alle groepjes van 2 zwarte toetsen heb je de C. Speel maar eens alle C toetsen.
-De D zit altijd precies tussen de twee zwarte toetsen in. Speel ook alle D-toetsen.
-De E zit altijd rechts van de 2 zwarte toetsen. Speel ook alle E-toetsen.
-De F zit altijd links van de 3 zwarte toetsen. Speel ook alle F-toetsen.
-De G zit tussen de linker en de middelste van de 3 zwarte toetsen in. Speel ook deze G- toetsen.
-De A zit tussen de middelste en de rechter van de 3 zwarte toetsen. Zoek ook deze allemaal op.
-De B zit altijd rechts van de 3 zwarte toetsen. Speel ook deze B-toetsen allemaal.

 

2. Liedjes

Een andere oefening, die je wellicht leuker vindt om te doen:
Speel de liedjes die je al kan spelen eens op een andere plek op je piano of keyboard. Dus wel op dezelfde toetsen, maar dan hoger, of lager. Dus zet bijvoorbeeld je rechterhand niet met je duim op de centrale C, maar kies een C die hoger of lager op je instrument zit.

 

3. Notennamen achterstevoren

Je weet vast wel snel de 7 notennamen achter elkaar op te noemen. Maar kun je het ook achterstevoren? C, B, A, G, F, E, D, C, B, A, G, F, E, D, C enz. Speel ook eens alle witte toetsen van boven (rechts op je instrument) naar beneden terwijl je alle toetsennamen erbij zegt.

 

4. Toets overslaan

Wanneer bovenstaande oefening goed gaat, kun je het jezelf nog een beetje moeilijker maken door van hoog naar laag steeds 1 toets over te slaan en de naam te zeggen terwijl je de toets aanslaat. En natuurlijk kan je dat ook van laag naar hoog doen.

 

Resultaat

Wanneer je bovenstaande oefeningen een weekje dagelijks doet en hardop de notennaam zegt terwijl je de toets speelt, zal je merken dat toetsen herkennen steeds gemakkelijker wordt en sneller gaat. Misschien heb je deze oefeningen dan een poosje niet meer nodig. Wanneer je nog niet vaak hele hoge en hele lage noten moet spelen, zal je handigheid in het vinden van de toetsen waarschijnlijk weer een beetje wegzakken. Maar merk je dat je er toch weer wat moeite mee krijgt, dan kun je deze oefeningen gewoon weer even van stal halen en er een poosje mee aan de slag gaan. Dan heb je het zo weer in je hoofd zitten!

 

Veel studeerplezier!

 

Een poosje geleden kreeg ik van een trouwe lezeres de volgende vragen:
Wat is de rol van solfege bij muziekbeoefening?
In hoeverre kan het de student helpen?
En hoe kan je het beste ermee omgaan om vorderingen te maken?
Ik zal proberen daar zo goed mogelijk antwoord op te geven, maar laten we beginnen met te kijken naar wat Solfège nu eigenlijk is.

 

Definitie

Ik weet niet hoe jij dat doet, maar als ik een definitie van iets zoek, kijk ik op Wikipedia. Laten we eens kijken wat ze daar over Solfège te vertellen hebben!

 

Wikipedia:

“Solfège of notenleer is de stelselmatige training van het muzikale gehoor door middel van een muzikale zangoefening, waarbij de melodie gezongen wordt zonder de tekst en met gebruikmaking van alleen de namen van de noten. Het doel van deze oefening is het muzikale gehoor te vergroten en tevens door zonder voorstudie van het blad te zingen de trefzekerheid te verhogen met betrekking tot ritme en melodie. Solfège valt onder de muziekdidactiek.”

Oké, daar kan ik mij in vinden, maar is nog wel te beperkt. Maar het gaat verderop nog door:

“In het professioneel muziekonderwijs (conservatoria) en in de hogere graad van de muziekscholen wordt het begrip solfège inmiddels in een bredere context gebruikt. Zo bestaan er afzonderlijke lessen ritmische solfège (het noteren van een ritme en het uitvoeren van een genoteerd ritme) en worden het muzikaal dictee en het herkennen van akkoorden in de harmonieleer tot het gebied van de solfège gerekend.”

 

Professioneel

In het 2e stukje tekst uit Wikipedia, lijken ze te bedoelen dat uitgebreide Solfège vooral is voor muziekbeoefenaars die er hun beroep van willen maken of in ieder geval al een redelijk hoog niveau hebben bereikt. Het van blad zingen (met de notennamen) is volgens het eerste gedeelte meer voor beginners.

 

Gehoortraining

Onder Solfège versta ik gehoortraining van alles wat er in muziek zit: Melodie, Harmonie (akkoorden), Akkoord opeenvolgingen, Ritme, Toonsoort, Maatsoort.

 

Kijkje nemen

Wil je weten wat je zoal aan Solfège oefeningen kunt doen? Neem eens een kijkje op de website van het conservatorium van Amsterdam. Daar staan uitgebreide testen op:
https://www.conservatoriumvanamsterdam.nl/prep/toelatingstest-jazz/solfege/

 

Wat is de rol van Solfège bij muziekbeoefening en hoe kan het de student helpen?

Het idee achter solfège is dat als je goed hoort wat er gebeurt in de muziek, je het beter kan begrijpen en er ook beter mee om kan gaan, en er meer mee kan doen. Als je kunt horen wat anderen doen, kan je er zelf ook mee experimenteren.

 

Innerlijk gehoor

Daarbij train je je “innerlijk gehoor”, daar bedoel ik mee dat als je bijvoorbeeld een melodie in je hoofd hebt, je ook precies weet hoe je dat moet spelen en hoe je dat in noten op zou kunnen schrijven. Hoe meer je bezig bent met improviseren of componeren, hoe belangrijker dat is. En andersom heeft het veel voordelen dat je weet hoe iets moet klinken als je de noten op het papier ziet staan.

 

Eerst horen, dan laten horen

Ik kan me nog goed herinneren dat ik als beginner altijd moeite had om te bedenken hoe een stukje (wat ik al geoefend had) ook alweer moest klinken. Vaak moest ik eerst een paar maten spelen, tot ik dacht: ”O ja, nu weet ik het weer!” Niet zo handig, want je maakt dan al gelijk een valse start! In de loop der jaren heb ik geleerd om eerst in mijn hoofd te horen hoe het stuk gaat klinken, om daarna pas te beginnen met spelen. Dat is een heel handig onderdeel van Solfège.

 

Improviseren

Als je pas gaat beginnen met improviseren, komt het er meestal op neer dat je allerlei dingen gaat uitproberen, net zolang totdat je weet hoe het gaat klinken wat je wilt spelen. Wanneer je gevorderd bent, weet je al vooraf hoe gaat klinken wat je wilt spelen en lukt dat ook (meestal). Wanneer je bewust met improviseren probeert om te spelen wat je in je hoofd hebt, is dat eigenlijk dus ook een vorm van Solfège training.

 

Hoe kan je er het beste mee omgaan om vorderingen te maken?

Zoals met alles, is ook dit een kwestie van veel ermee bezig zijn. En natuurlijk hangt het ook af van wat je ermee wilt bereiken. Als je naar het conservatorium wilt gaan, moet je het goed trainen, anders kom je niet eens door de toelating heen. Maak je alleen voor je eigen plezier muziek, dan hoef je er niet persé heel veel tijd aan te besteden.

 

Oefeningen

Niet iedereen is er een fan van om een melodie te zingen voordat je hem gaat spelen (de meeste leerlingen zeggen: “ik kan niet zingen”). Het is een goede oefening, maar zeker niet de enige. In veel methodes kom je al eenvoudige oefeningen tegen: stukjes op gehoor naspelen bijvoorbeeld. Wat ook belangrijk is: goed luisteren naar alles wat je doet! Hoe klinkt een majeur akkoord ten opzichte van een mineur akkoord? Heb je een idee hoe iets moet gaan klinken als je de noten voor je ziet? Met deze basisvaardigheden kom je een heel eind als je geen grootse ambities hebt. Als je steeds wanneer je iets nieuws leert spelen, ook goed luistert hoe het eigenlijk klinkt (bijvoorbeeld een nieuw akkoord) en dat vergelijkt met wat je al eerder gedaan hebt, ben je op de juiste weg. Probeer je ook nog regelmatig iets op gehoor na te spelen en doe je improvisatie oefeningen, dan ben je al best goed bezig! Op die manier train je “spelenderwijs” je gehoor.

Septiem akkoorden;
Je hebt ze waarschijnlijk al wel eens in bladmuziek zien staan: akkoorden met een 7, bv. G7 of Cm7. Maar wat houdt dat nu precies in?

 

 

 

Weet je nog niet goed hoe majeur en mineur akkoorden in elkaar zitten? Lees dan voor je verder leest eerst de volgende artikelen:

Akkoorden spelen op de piano: zo doe je dat. Deel 1

Akkoorden spelen op de piano: zo doe je dat. Deel 2 omkeringen

Akkoorden spelen op de piano: zo doe je dat! Deel 3: 5 voorbeelden

Septiem = 7

Wanneer je een 7 bij een akkoord ziet staan, dan betekent dat, dat er een extra toon aan het akkoord wordt toegevoegd. Het akkoord wordt dan uitgebreid met de 7e toon geteld vanaf de grondtoon. Een G7 bestaat uit een G (=1 ofwel grondtoon) B (=3 ofwel terts) D (=5 ofwel kwint) en een F (7 ofwel septiem). Het is dus een G akkoord waar een septiem aan is toegevoegd.

 

Grote of kleine septiem

Net zoals je grote en kleine tertsen hebt (het verschil tussen een majeur en een mineur akkoord, zie bovenstaande artikelen), heb je ook een groot septiem en een klein septiem.
Een klein septiem is bijvoorbeeld de afstand van G naar de F, een groot septiem is van de G naar de F#. Wanneer je een septiem uit wil tellen is het gemakkelijker om gewoon 1 toets (je telt dan zowel de zwarte als de witte toetsen mee) naar beneden te rekenen vanaf de grondtoon voor een groot septiem, of 2 toetsen voor een klein septiem.

 

Een paar voorbeelden:

Van C naar B is een groot septiem, want tussen de B en de C erboven zit geen andere toets.
Wil je de septiem klein maken, wordt het C – Bes (Bb)
Van D naar C is een klein septiem, van D naar Cis (C#) een grote.
Van E naar D is een klein septiem, van E naar Dis (D#) een grote.
Van F naar E is al een groot septiem, van F naar Es (Eb) is een kleine.
Van G naar F is een klein septiem, van G naar Fis (F#) een groot septiem
Van A naar G is een klein septiem, van A naar Gis (G#) een grote.
Van B naar A is een klein septiem, van B naar Ais (A#) een grote

 

Dominant septiem of gewoon 7

Je kunt met de mineur en majeur akkoorden en de grote en kleine septiem verschillende combinaties maken. Het majeur akkoord met een kleine septiem, komt het meeste voor en wordt genoteerd met een hoofdletter voor het akkoord met een 7 erbij, zoals: G7, C7, F7, Bb7. Je kunt ze uitspreken zoals ze genoteerd staan, maar ze worden ook wel “dominant septiem akkoorden” genoemd.

 

Voorbeelden van 7 akkoorden:

C7 is dus een majeur akkoord met een klein septiem: C1-E-G-Bes (Bb)
F7 is dan F-A-C-Es (Eb)
Bb7 (spreek uit als Bes 7) is Bb-D-F-Ab (As)

 

Mineur 7

Wanneer je een mineur akkoord hebt met een kleine 7, noem je dat een “mineur septiem akkoord” of kortweg “mineur 7”. Cm7 spreek je dus uit als C mineur 7. Nog even een paar voorbeelden:
Gm7: G- Bb – D – F
Cm7: C- Eb – G – Bb
F#m7: (spreek uit als Fis mineur 7) F# – A – C# – E
Bbm7: Bb – Db – F – Ab

 

Majeur 7

Een majeur akkoord met een groot septiem, noem je een majeur 7 akkoord. De schijfwijze hiervan is Cmaj7 of C met er schuin rechts boven een klein driehoekje.

Voorbeelden:
Cmaj7: C – E – G – B
Fmaj7: F – A – C – E
Gmaj7: G – B – D – F#
Bbmaj7: Bb – D – F – A

 

Nog meer…

Deze 7, mineur 7 en majeur 7, zijn niet de enige septiem akkoorden die er zijn. Want behalve majeur en mineur akkoorden zijn er ook nog verminderde en overmatige akkoorden waar je de 7 mee kunt combineren. Maar dat wordt voor nu een beetje veel van het goede. Dat is voor een eventuele volgende keer. Ben je daar nieuwsgierig naar? Laat het mij dan weten!

“Waarom staan er bij die B twee mollen? Dat is toch hetzelfde als een A, waarom zetten ze daar dan niet gewoon een A neer? Dat is toch hetzelfde en veel gemakkelijker?” Dat was een vraag van een lezer van mijn blogs. En het klopt inderdaad dat een Bbb (spreek uit als Bès-ès) dezelfde toon is als een A. En het klopt ook dat de meeste muzikanten het gemakkelijker vinden als er een A staat. Maar als je volgens de regels, muziek opschrijft in notenschrift, moet je soms dubbele voortekens gebruiken.

 

Regels

De regels van het notenschrift zijn over het algemeen heel consequent. Dat maakt het aan de ene kant gemakkelijk, maar kan het ook moeilijk maken. Want de regels op zich zijn niet ingewikkeld, maar om de regels goed te blijven volgen, kom je soms op notaties uit die er niet zo eenvoudig uitzien. Nu kan je natuurlijk de regels aan je laars lappen, maar als iedereen dat gaat doen, wordt het er ook niet duidelijker door. En waar trek je dan de grens? Daarbij zijn die regels er voor een reden: ze helpen je begrijpen hoe een stuk in elkaar zit. Dat is helaas alleen het geval als je erop studeert. Wanneer je geen interesse in muziektheorie hebt, zal je het waarschijnlijk altijd onzin blijven vinden (dat vond ik vroeger ook), omdat je het niet begrijpt.

 

Meerdere benamingen

Voordat ik wat meer over die regels uit ga leggen, wil ik je eerst vertellen dat elke toets (toon) meerdere namen heeft. Dat geldt niet alleen voor de zwarte toetsen! Je wist waarschijnlijk wel dat bijvoorbeeld een C# en een Db dezelfde toets is; de zwarte tussen de C en de D in. Maar wist je bijvoorbeeld dat een B in sommige gevallen een Cb wordt genoemd? Of dat een E# en een F, twee namen voor dezelfde toets zijn? Hier zou je dan ook van kunnen zeggen: “waarom noemen ze het niet gewoon een F i.p.v. een E#?” Antwoord hierop is alweer: het moet soms zo, als je de regels volgt.

 

Toonsoort

Een toonsoort is een verzameling tonen waar een muziekstuk van gemaakt is. Het heeft dezelfde functie als een alfabet voor schrijftaal heeft. Je gebruikt de letters van het Nederlandse alfabet als je een verhaal schrijft. Je hoeft niet in elk verhaal alle letters te gebruiken. De Q of de X zal je misschien niet nodig hebben om je verhaal te vertellen. In een muziekstuk kan dat ook voorkomen. Er staat 1 mol vooraan de notenbalk, maar die Bes hoef je nergens te spelen. Die was blijkbaar niet nodig om het muzikale verhaal te vertellen. Als je het zo bekijkt, is dat niet zo raar toch?

 

Kwintencirkel

Je kunt voor je muzikale verhaal gebruik maken van allerlei toonsoorten, met of zonder zwarte toetsen, met kruizen of mollen, of zonder. Er zijn ook toonsoorten bij waar je te maken krijgt met een E# erin, of dubbele mollen of dubbele kruizen. Maar dat is dan een keuze. Je kunt ook een andere toonsoort kiezen waar dat niet in zit, en je dan toch aan de regels houden. Hoe dat verder zit, kun je lezen in mijn blogs over de kwintencirkel:

De Kwintencirkel: een handig hulpmiddel! Deel 1

De Kwintencirkel deel 2, de mollen toonladders

 

Toevallige voortekens

Soms wil je in een stuk heel even 1 of een paar tonen uit een andere toonsoort gebruiken dan de toonsoort die je gekozen hebt. Omdat je dat mooi vindt: het past daar. Dan is de regel:
-bij een stijgende lijn (de melodie gaat omhoog) gebruik je een verhoging, dus een kruis (of een herstellingsteken als er een mol voor die toonhoogte vooraan de notenbalk staat)
-bij een dalende lijn (de melodie gaat omlaag) gebruik je een verlaging, dus een mol (of een herstellingsteken als er een kruis voor die toonhoogte vooraan de notenbalk staat)
Als je een daling in de melodie hebt, en je hebt op die plek al een noot met een mol die je nog verder wilt verlagen, dan krijgt die dus 2 mollen.

 

Akkoorden

Ook in akkoorden kan het voorkomen dat je een dubbele mol of kruis tegenkomt. De vraag waar ik deze blog mee begon kwam daaruit voort. Om het verhaal hieronder te kunnen begrijpen is het wel nodig dat je weet hoe akkoorden in elkaar zitten. Voor uitleg over akkoorden zie:

Akkoorden spelen op de piano: zo doe je dat. Deel 1

Akkoorden spelen op de piano: zo doe je dat. Deel 2 omkeringen

Akkoorden spelen op de piano: zo doe je dat! Deel 3: 5 voorbeelden

Septiem akkoorden: hoe zit dat?

Gbdim7

Het laatste akkoord in de 4e regel is een Gbdim7 akkoord. Als je kijkt naar het akkoord wat ervoor staat in die maat, dan zie je dat de onderste noot daar een G is. Dat het akkoord daarna een Gb akkoord wordt genoemd (en niet een F#) komt dus omdat het een dalende lijn betreft. Nu is het zo dat een akkoord in de basis altijd bestaat uit de 1e 3e en 5e (en de 7e bij een 7 akkoord) toon gerekend vanaf de grondtoon.
Een Gb akkoord bestaat als basis uit de noten G-B-D-F die verhoogd of verlaagd worden op zo’n manier dat het een Gbdim7 akkoord wordt. Een dim7 akkoord bestaat uit een mineur akkoord met een verlaagde 5 en een verminderde 7. In dit geval gaat het om de 3, de basisnoot daarvan is dus de B. De grondtoon was al verlaagd: Gb. De afstand van de Gb naar de B, is zo groot dat je de B met 2 stapjes moet verlagen om er de kleine terts (3) van te maken die nodig is voor het Gbdim7 akkoord. Daarom wordt die B verlaagd met een extra mol, en krijgen we een dubbele mol: Bbb. Zou je daar een A noteren, dan klopt de naam van het akkoord niet meer.

 

Andersom

Het grappige is dat er aan het eind van de 2e regel een F#dim7 akkoord staat, met precies dezelfde noten voor de linkerhand, alleen met een andere naam. Doordat het hier een stijgende lijn is in de basnoot (van F naar F#), wordt het geen Gb maar een F# akkoord en heb je geen dubbele mol, maar gewoon een A. Wel een herstellingsteken, want anders zou het vanwege de mollen vooraan de notenbalk een Ab zijn. Het lijkt dus in eerste instantie misschien onlogisch, maar is het niet!

 

Natuurkunde

Je zou de muzieknotatie met deze regels kunnen vergelijken met natuurkunde. Regels en formules horen er dan gewoon bij. Consequent de regels toepassen ook. Op zich niet zo raar als je bedenkt dat geluid een natuurkundig verschijnsel is. Maar dat betekent niet, dat je niet voor je eigen gemak een letter A erbij mag schrijven als er een Bbb staat! Een belangrijke regel van mij is namelijk: Doe wat jou helpt om het beter te kunnen spelen!! 😉

Regelmatig krijg ik leerlingen op les die moeite hebben om snel te zien welke noten het precies zijn die op de notenbalk staan. Meestal zitten de noten rond de centrale C er wel goed in, maar hogere of lagere noten lezen gaat vaak een stuk moeizamer. Heb jij daar ook last van en zou je ook graag snel alle noten kunnen lezen? Kom op dan, aan de slag! Ga wedstrijdjes houden met jezelf en oefen noten lezen op een leuke manier!

 

Gratis programma of goedkope app

Voor de wedstrijdjes gebruiken we een gratis programma. Er is ook een app versie van beschikbaar voor op je iPad of iPhone, daar betaal je een paar euro voor, die werken hetzelfde als onderstaande gratis link.

Tenuto

Het gratis programma kun je gebruiken op internet. Via de onderstaande link kom je op de website met het programma, daarvandaan kun je ook eventueel de app Tenuto downloaden (daar moet je wel voor betalen). Ik heb zelf de app gekocht. Ik vind dat die wat beter werkt dan wanneer je het programma online gebruikt. Voor de paar euro die de app kost, heb je veel waar voor je geld. Voor beginnende tot ver gevorderde muzikanten staan er zinvolle oefeningen in.

Aan de slag!

Open één van de onderstaande links.
http://www.musictheory.net/exercises/keyboard-reverse

Dit is een oefening speciaal voor toetsenisten, maar wil je de notennamen oefenen, zonder de toetsen van een toetsinstrument, kies dan onderstaande link:

http://www.musictheory.net/exercises/note

voor beide oefeningen werken de instellingen zoals hieronder beschreven hetzelfde.
Wanner je op de link hebt geklikt, zie je 1 of 2 notenbalken met G en/of  F sleutel. Misschien ook wel kruizen of mollen; schrik hier niet van, je kan van alles instellen! Het lijkt erop dat mijn link je al de instellingen geeft die ik hieronder uitleg, maar bekijk het even zodat je goed weet hoe het werkt.

Sleutels (Cleffs) kiezen

Rechtsboven in de hoek zie je een soort radertje.
Klik daarop. Je opent dan een menu dat heet “Custumize”
Je ziet dan bovenaan “Cleffs” staan. Door daarop te klikken wordt het venster geopend waar je de sleutel kan kiezen. Stel; je wilt beginnen met het oefenen van de noten (centrale)C t/m G in de G-sleutel. Kies dan hier de G-sleutel door het rondje aan te vinken bij “Treble Cleff “
Klik op het blauwe pijltje bovenaan om weer terug te gaan.

Bereik noten (Range) instellen

Klik:

  1. nu op het veld eronder waar staat “Treble Range”
  2. op de pijltjes links om de laagste noot in te stellen en op de pijltjes rechts om de hoogste noot in te stellen.
  3. wanneer je daarmee klaar bent weer op het blauwe pijltje bovenaan om weer terug te gaan naar het vorige scherm.

Positions

Kijk of bij “Positions” staat: “Lines & Spaces” Met “Lines” kies je voor alleen de noten die óp de lijnen van de notenbalk staan. Met “Spaces” ingesteld, krijg je alleen maar noten die tussen de lijnen van de notenbalk liggen. Kies welke je wilt (ik zou zeggen : Lines & Spaces) en ga weer terug met het blauwe pijltje bovenaan.

Wel of géén kruizen en mollen

Klik op “Keysignatures” en klik op het rondje in het midden waar geen kruizen en mollen bij staan. Wil je juist wél het lezen van kruizen en mollen oefenen, dan kun je dat natuurlijk ook kiezen! Ga weer terug d.m.v. de blauwe pijl bovenaan.
Klik dan nog eens naast het menu om het menu te laten verdwijnen.

Playtime!

Boven in het midden zie je de tijd lopen. Links daarvan zie je hoeveel vragen je goed hebt en het totaal aantal vragen. Daarnaast zie het hoeveel procent van de vragen goed waren.
Klik onderin het scherm op het juiste antwoord. Is het fout, dan wordt het rood. Is het goed dan wordt het groen en hoor je de noot (als het geluid van je computer aan staat). De volgende opdracht verschijnt in beeld.

Even proefdraaien

Oefen de noten een poosje totdat je denkt dat je ze goed weet.
Dan beginnen we de wedstrijd!

Rechts bovenin het scherm zie je 3 puntjes, dat is een menu. Klik bovenin het menu op “reset score”

De tijd en score gaan nu weer opnieuw starten.
Speel 2 minuten (zelf op de tijd letten) en klik dan rechtsboven op het menu.
Klik op “Show Progress Report”. Je krijgt dan je score te zien en welke noten je hebt ingesteld en hoeveel tijd je gebruikt hebt. Je kan de pagina uitprinten d.m.v. de knop onderin “Print Report”. Met de app kan je de score ook gemakkelijk naar jezelf mailen (met de computer versie is mij dat nog niet gelukt.)

Verbreek je record!

Nu je weet hoe je de score kunt bijhouden, kan je proberen om de oefening steeds beter te doen. Minder fouten maken, sneller spelen, je kunt zelf je doel bepalen. Je kan het natuurlijk zo vaak en zo lang spelen als je wilt en je kan het moeilijker maken door meer noten te kiezen, kruizen of mollen erbij te kiezen, enz.

Het beste resultaat

Het werkt het beste wanneer je het niet te lang achter elkaar speelt, maar wel vaak (bv. een paar keer per dag 5 minuten.) En wanneer je het moeilijker maakt, oefen dan eerst de nieuwe noten en voeg ze daarna toe aan degene die je daarvoor geoefend had.

Probeer steeds je score te verbeteren en ga het pas moeilijker maken als je score in 2 minuten minimaal 98 % is en je minstens 45 vragen hebt beantwoord.

Veel studeerplezier!