Het begon allemaal met een telefoontje….
Mijn zwager, die de leiding heeft over meerdere koren en muziekensembles, belde mij op en zei: “Op de startzondag wil ik met de cantorij een muziekstuk doen waar ik een fluitist bij nodig heb. Heb jij zin om mee te doen?”
Dat had ik zeker! En na een korte blik in mijn nog redelijk lege agenda, was mijn toezegging snel gedaan. Ik kreeg gelijk de bladmuziek gemaild en een bestand met de klinkende versie, zodat ik het geheel kon horen en mee kon spelen. Heerlijk! Ik kon aan de slag en had weer een doel om te studeren. Dat had ik vanwege de coronamaatregelen echt gemist!
Uitdaging
Hoewel het niet een heel moeilijk stuk is, bleek het toch nog wel een uitdaging. Ik had namelijk vanwege een duimblessure lange tijd vrijwel niet gespeeld. Het gaat nu met mijn duimen best weer goed, maar wat roestig was ik zeker nog wel! Het grootste gedeelte van het stuk, vormde geen probleem, maar zoals zo vaak zat het venijn weer in de staart. In de laatste maten staan veel noten die in een redelijk snel tempo gespeeld moeten worden. Daar moest zeker op gestudeerd worden!
Het slot is belangrijk
Als je een stuk voor publiek speelt, is het slot altijd het belangrijkste. Dat hoor je als laatste en beïnvloed sterk hoe je het hele stuk ervaart. Als het in het midden niet helemaal lekker loopt, maar het slot is goed, dan is dat middenstuk al snel ondergesneeuwd. Heel vervelend is het als het slot niet goed is, dat blijft erg in je geheugen hangen. Bij je publiek, maar ook zeker bij jezelf, wat je zelfvertrouwen niet ten goede komt. Daarom besteed ik altijd extra veel aandacht aan het slot. Nu dus ook, des te meer omdat het ook nog het moeilijkste gedeelte is!
Langzaam beginnen
Hoe snel het stuk uiteindelijk ook gespeeld moet worden, je moet het altijd zo langzaam studeren dat je het foutloos kunt spelen. Op die manier wen je eraan het altijd op de goede manier te doen. Als je het te snel wilt spelen en je maakt steeds fouten, dan wen je eraan om die fouten te maken. Dat wil je natuurlijk vermijden! Dus ben ik ook begonnen met het langzaam te studeren.
Uiteindelijke tempo
Speel je een solo stuk, dan kan je zelf je tempo bepalen. Je kunt een stuk beter iets langzamer en mooi spelen, dan sneller en met allerlei missers erin. Maar als je zoals in dit geval met een grote groep mensen muziek maakt, bepaalt de dirigent het tempo en zal je dat moeten volgen. Het tempo verhogen was dus voor mij noodzakelijk. Ik merkte dat ik het betreffende stuk niet bij kon houden in het vereiste tempo. Het leek alsof er dan niet genoeg ruimte in mijn hoofd was om dat snelle gedeelte te kunnen lezen en spelen. Ik had “denk tijd” nodig, en die had ik niet. Nu kan je door het heel veel te herhalen, op je motorische geheugen sneller leren spelen. Maar het is altijd een risico om daar afhankelijk van te zijn. Want zodra er even iets misgaat, raken je vingers de weg kwijt, weet je niet meer wat je moet doen en ben je er helemaal “uit”! Dus hoe kon ik ervoor zorgen dat ik het sneller kon denken?
Uit je hoofd en in je hoofd!
Als eerste wilde ik het goed uit mijn hoofd kunnen spelen. Niet door mijn vingers het te laten onthouden, maar door te weten welke noten ik moest spelen. Daarom begon ik met alleen maar te lezen, verbanden te ontdekken en onthouden wat er stond. Zonder instrument, gewoon de notennamen opzeggen, in het ritme, in een langzaam tempo. Alleen als ik twijfelde, pakte ik het blad en keek ik op de bladmuziek. Heel de dag door, tijdens allerlei klusjes, was ik hardop de noten aan het opnoemen. Steeds een beetje sneller. Net zolang totdat ik het in het juiste tempo, en zelfs nog wat sneller, foutloos kon. Toen wist ik zeker dat ik het goed in mijn hoofd had!
Het verschil
Toen ik daarna weer de fluit erbij pakte en het ging spelen, merkte ik direct het verschil. Niet dat het toen in 1 keer foutloos ging, maar als ik een verkeerde greep pakte, raakte ik er niet gelijk meer helemaal uit en kwam ik toch nog redelijk goed aan het einde. Vanaf dat moment is het wel een kwestie van routine krijgen en je motorische geheugen trainen door het heel vaak te doen en langzaam het tempo op te voeren.
Voor de zekerheid
Hoewel ik het in het juiste tempo nu goed kan spelen, blijf ik ook het studeren in zowel een langzamer als een sneller tempo. Dat heeft 2 voordelen:
1. Je beheerst het stuk dan nog beter
2. Je bent flexibel wat betreft het tempo. Gaat het tijdens het optreden langzamer of sneller, dan is dat geen probleem!
Bij voorbaat al tevreden
Veel leerlingen denken dat ik geen last heb van zenuwen bij een optreden. Dus wel! Zeker nu het een tijd geleden is dat ik voor publiek heb gespeeld, vind ik het een uitdaging en heel spannend. Je loopt altijd het risico dat het niet goed gaat. Daarom vond ik het extra prettig dat ik de kans kreeg om tijdens een repetitie samen met de cantorij het stuk in de kerk te spelen. (Vaak lukt dat niet omdat ik dan aan het lesgeven ben.) Het ging goed, hoe heerlijk was dat! Het samenspelen in die kerk met een schitterende akoestiek voelde geweldig! Iedereen was erg enthousiast, dus wat wil je dan nog meer. Ik ben dan ook van plan te gaan genieten van het spelen tijdens die startzondag. En lukt het niet zoals ik gehoopt had, dan vind ik het toch een geslaagd project. Ik heb gedaan wat ik kon en er zoveel mogelijk van genoten!